
HET RECHT VAN ALLAH
Moe’aadh ibn Djabal zei:
‘Toen ik eens achterop bij de Boodschapper van Allah ﷺ zat op een ezel genaamd ‘Oefayr zei hij tegen mij: ‘O Moe’aadh, weet jij wat het recht van Allah over de dienaren is en wat het recht van de dienaren over Allah is?’
Ik antwoordde: ‘Allah en Zijn Boodschapper weten het beter.’
Daarop zei hij: ‘Het recht van Allah over de dienaren is dat zij Hem aanbidden en geen enkele deelgenoot aan Hem toekennen.
En het recht van de dienaren over Allah – de Almachtige en Majesteitelijke – is dat Hij niemand bestraft die geen deelgenoot aan Hem toekent.’
Daarop zei ik: ‘O Boodschapper van Allah! Zal ik de mensen dit goede nieuws vertellen?’
Hij antwoordde: ‘Vertel het hun niet, zodat zij hier niet op zullen vertrouwen.’
Bron: Sahieh al-Boekhaarie: 7373, Sahieh Moeslim: 30